Vervoer
BSO Kindervliet hanteert hoge veiligheids- en kwaliteitseisen bij het vervoer van kinderen. Onze uitgangspunten zijn veiligheid, professionaliteit, verantwoord gedrag en transparante communicatie met ouders. Het vervoer vindt uitsluitend plaats door bevoegde medewerkers en volgens de richtlijnen van de Wet Kinderopvang, de Richtlijn Veilig Vervoer van Kinderen, het Reglement Verkeersveiligheid, en de algemene GGD-normen voor kinderopvang.
1. Algemene uitgangspunten
-
Het vervoer van kinderen vindt uitsluitend plaats onder verantwoordelijkheid van Sport BSO Kindervliet.
-
Medewerkers die vervoeren zijn minimaal 18 jaar, beschikken over een rij- of fietsvaardigheidsbewijs en zijn bekend met de interne veiligheidsprotocollen.
-
Ouders ondertekenen vooraf een toestemmingsverklaring voor alle vormen van vervoer: lopend, met de fiets, met de auto, met de BSO-bus, of met een ander gecertificeerd vervoermiddel.
-
Er wordt altijd rekening gehouden met weersomstandigheden, groepsgrootte, leeftijd van de kinderen en de verkeersdrukte.
-
Veiligheid staat altijd boven snelheid of planning.
2. Vervoer lopend
2.1 Begeleiding en groepsgrootte
-
Kinderen lopen in kleine, overzichtelijke groepen.
-
Per groep is er minimaal één pedagogisch medewerker per 10 kinderen. Bij jongere kinderen wordt een lagere ratio aangehouden.
-
De begeleider loopt herkenbaar voorop of achteraan en draagt BSO-kleding voor zichtbaarheid.
2.2 Veiligheid onderweg
-
Vooraf wordt de kortste en veiligste looproute bepaald en jaarlijks geëvalueerd.
-
Oversteekplaatsen worden alleen gebruikt waar zebrapaden of verkeerslichten aanwezig zijn.
-
De groep blijft altijd bij elkaar; rennen of afsnijden van routes is niet toegestaan.
3. Vervoer met de fiets
3.1 Eisen aan fietsen en materialen
-
Fietsen worden regelmatig gecontroleerd op remmen, verlichting, bandenspanning en algemene veiligheid.
-
Kinderen dragen altijd een fietshelm die door de BSO wordt verstrekt of door ouders wordt meegegeven.
-
Jonge of minder vaardige fietsers worden vooraan geplaatst naast een medewerker.
3.2 Begeleiding
-
Minimaal één pedagogisch medewerker per 8 kinderen bij fietsvervoer.
-
De medewerker rijdt steeds vooraan of achteraan en zorgt dat de groep compact blijft.
3.3 Verkeersregels
-
Kinderen fietsen in één rij, niet naast elkaar.
-
Oversteken gebeurt uitsluitend onder begeleiding.
-
Bij slechte weersomstandigheden wordt niet gefietst.
4. Vervoer met de auto (personenauto)
4.1 Eisen aan bestuurders
-
De bestuurder moet beschikken over een geldig rijbewijs B en minimaal 1 jaar rijervaring.
-
De medewerker is opgenomen in het personeelsregister en heeft een geldige VOG.
-
Telefoneren tijdens het rijden is verboden, ook handsfree.
4.2 Veiligheid in de auto
-
Kinderen gebruiken altijd goedgekeurde kinderzitjes of zittingen passend bij lengte en gewicht, conform de Rijksoverheidseisen.
-
Autogordels zijn verplicht voor iedere passagier.
-
Het kind mag nooit voorin zitten tenzij het wettelijk is toegestaan en schriftelijk door ouders is bevestigd.
-
Medewerkers doen een laatste controle: deuren vergrendeld, ramen veilig, geen losse objecten.
4.3 Afspraken tijdens het instappen en uitstappen
-
De medewerker parkeert op veilige locaties en laat kinderen uitsluitend aan de stoepzijde uitstappen.
-
De groep blijft altijd onder toezicht – nooit staat een kind alleen bij het voertuig.
​
5. Vervoer met de BSO-bus / minibus
5.1 Voertuigeisen
-
De BSO-bus voldoet aan alle wettelijke keurings- en verzekeringsvereisten.
-
Het voertuig wordt minimaal jaarlijks gekeurd en meerdere keren per jaar geïnspecteerd door de BSO.
5.2 Bestuurders en bevoegdheden
-
Bestuurders beschikken minstens over rijbewijs B (of D bij grotere voertuigen).
-
Bestuurders volgen een interne of externe training “Bevoegd vervoeren van kinderen in groepsvervoer”.
-
Bestuurders zijn getraind in noodprocedures, EHBO en ontruimingsprotocollen.
5.3 Gebruik van gordels en zitplaatsen
-
Gordels zijn verplicht voor iedereen.
-
Kinderen krijgen vaste zitplaatsen; jongere kinderen zitten vooraan.
-
Kinderzitjes worden gebruikt indien dit wettelijk vereist is.
5.4 Maximumaantal kinderen
-
Het maximumaantal kinderen is altijd conform het aantal goedgekeurde zitplaatsen.
-
Overbezetting is nooit toegestaan, ook niet bij korte ritten.
5.5 Veilig instappen en uitstappen
-
De bus stopt alleen op veilige plekken.
-
Een medewerker begeleidt de kinderen bij het instappen en loopt de bus visueel na voordat deze vertrekt.
-
De deur wordt altijd handmatig gecontroleerd.
6. Communicatie met ouders
-
Ouders worden vooraf geïnformeerd over geplande vervoersmomenten.
-
Bij wijzigingen worden ouders zo snel mogelijk op de hoogte gebracht via telefoon, mail of ouderapp.
-
Ongevallen of bijna-ongevallen worden altijd gemeld en geregistreerd in het intern meldsysteem.
7. Noodprocedures
Bij pech, ongeval, incident of extreme weersomstandigheden gelden de volgende richtlijnen:
-
Kinderen blijven veilig in of bij het voertuig, onder toezicht van een medewerker.
-
De medewerker beoordeelt of het veilig is om het voertuig te verlaten.
-
Ouders worden geïnformeerd zodra de situatie stabiel is.
-
Indien nodig wordt 112 gebeld.
-
Het incident wordt geregistreerd volgens het veiligheidsbeleid.
8. Evaluatie en kwaliteitsborging
-
Routes, vervoersafspraken en veiligheidsprocedures worden minimaal jaarlijks geëvalueerd.
-
Medewerkers worden regelmatig bijgeschoold op het gebied van verkeersveiligheid.
-
Opmerkingen van ouders worden meegenomen in verbeteringen.
%20(1950%20x%20850%20px)%20(600%20x%20250%20mm)%20(1).png)